Schoolgids

5.
2

Pedagogisch-didactische uitgangspunten

We streven ernaar een leeromgeving te creëren waarin elke leerling zich optimaal kan ontwikkelen. Onze pedagogisch-didactische uitgangspunten zijn gericht op het welzijn en de groei van onze leerlingen. We hanteren de volgende kernprincipes:

  • Ik voel me gezien.
  • Ik voel me gehoord.
  • De docenten hebben vertrouwen in mij.
  • De docenten zijn consequent en dagen mij uit.

 

Door deze uitgangspunten centraal te stellen, creëren we een positieve leeromgeving waarin leerlingen zich gewaardeerd, gemotiveerd en ondersteund voelen om te groeien, zowel op academisch als persoonlijk vlak. Wij bieden onze leerlingen veel keuzes aan om zich breder te oriënteren. In de brugklas zijn er bijvoorbeeld keuzemodules sport en toegepaste wetenschap. In klas 2 en 3 kunnen leerlingen kiezen voor een module Spaans. Bovenbouwleerlingen kunnen in een extra vak examen doen, een extra module applied science volgen en/of taalcertificaten behalen voor Frans en Duits.

We volgen de ontwikkeling van onze leerlingen op de voet. Voor alle leerjaren zijn er tenminste driemaal per jaar leerlingenbesprekingen waarbij de mentor, daarbij geadviseerd door de vakdocenten, de vorderingen van de leerlingen bespreekt met de adjunct-directeuren. Naar aanleiding van de leerlingbesprekingen nemen de mentoren altijd contact op met de ouders/verzorgers om terug te koppelen wat er is besproken. Het niveau van de verschillende vakspecifieke vaardigheden meten wij met behulp van toetsen. Dit kunnen summatieve toetsen zijn waarvoor de leerlingen een cijfer krijgen maar het kunnen ook formatieve toetsen zijn die aangeven in hoeverre de leerlingen de lesstof beheersen en daarmee onderdeel zijn van het leerproces. De behaalde resultaten zijn aan het einde van het leerjaar, samen met de werkhouding, motivatie en inzet, bepalend voor het besluit tot bevordering. Het besluit dat wordt genomen in de eindvergadering is bindend.

In de bovenbouw – mavo 3/4, havo 4/5 en vwo 4/5/6 – worden toetsen afgenomen volgens het voor dat leerjaar geldende Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Hierin staat per vak aangegeven wat wij van de leerlingen verwachten en op welk moment zij welke onderdelen van het schoolexamen moeten afsluiten. Al deze toetsen samen vormen het eindcijfer voor het schoolexamen (SE); dit schoolexamencijfer telt aan het einde van de bovenbouw voor 50% mee in het eindexamencijfer. De andere 50% wordt bepaald door de behaald resultaten van het centraal examen.

Op het Jan van Brabant College bieden wij de leerlingen het best mogelijke onderwijs. Daarmee geven wij hun allemaal de kans om de schoolloopbaan succesvol af te ronden. Daarbij is ons uitgangspunt dat het welzijn van de leerling van essentieel belang is om goede leerresultaten te bereiken. Een leerling die zich prettig voelt, zal beter gebruik maken van zijn mogelijkheden en de kansen die de school biedt. Daarom begeleiden wij onze leerlingen op verschillende manieren. In de eerste plaats in de les door de inzet van vakdocenten die de leerlingen observeren, feedback geven en bijsturen. Zij leggen deze gegevens vast in het leerlingvolgsysteem (Somtoday) dat zowel voor leerlingen als ouders/verzorgers via een speciale persoonlijke code in te zien is. Daarnaast is er de mentor die de spil vormt in de begeleiding van onze leerlingen. De mentor is het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouders als het gaat over sociaal-emotioneel welbevinden, resultaten en studiekeuze. De overkoepelende zorg voor onze leerlingen ligt in handen van het ondersteuningsteam. Over de inhoud en werkwijze van het ondersteuningsteam staat elders in deze gids meer informatie.

Bijgewerkt op: 25 juni 2025